Projectie

Werken die getoond worden via projectie in plaats van op monitors brengen specifieke uitdagingen met zich mee. Die laatste kunnen in zekere zin wat makkelijker zijn om aan te pakken, aangezien projectieapparatuur meestal bedoeld is om onzichtbaar te zijn, terwijl weergavemonitors tot op zekere hoogte wel zichtbaar zijn. Dit betekent dat een obsolete of niet-functionerende projector in theorie simpelweg vervangen kan worden door een nieuwer model, zonder het werk te beïnvloeden.

In de praktijk moet echter veel zorg besteed worden aan de keuze van een nieuwe projector. Niet alleen moeten de originele afmetingen en aspect ratio (beeldverhouding/beeldformaat) van het beeld behouden blijven, maar ook de visuele kwaliteiten moeten worden bewaard: contrast, kleurbalans, resolutie etc. In dit geval zijn zowel documenteren als het raadplegen van de kunstenaar noodzakelijk, in het bijzonder wanneer een projector een andere, die het niet meer doet, vervangt. In dit laatste geval kan het beeld van de oude (niet meer functionerende) projector niet meer met het beeld van de nieuwe vergeleken worden. Nog meer dan bij het proactief vervangen van een originele projector is het bij het vervangen van een defecte projector noodzakelijk om zowel te documenteren als de kunstenaar te raadplegen.

Tenslotte is onderhoud van vitaal belang. Indien mogelijk zouden monitors en projectors regelmatig gekalibreerd (vergeleken met standaard kleurbalken) moeten worden om een accuraat signaal te verzekeren. In het geval het werk vertoond wordt zou dit zelfs dagelijks moeten gebeuren.

Deze laatste variabelen – monitor- of projectortype en kalibreren – zijn even belangrijk voor computergebaseerde en installatiewerken, als voor single-channel-videowerken.

De inhoud van deze pagina mag worden afgedrukt of gedownload voor persoonlijk gebruik, maar mag niet worden gekopieerd of gepubliceerd voor andere doeleinden. © 2006 Independent Media Arts Preservation, Inc.

logo vlaamse overheid