Director: Jacques Charlier
Title: Rocky Tiger
Date of creation: 1971
Type: 16mm film
Collection: S.M.A.K.
Researchers: Veronique Despodt (S.M.A.K.) and PACKED vzw
Language of the case study report: Dutch
A different version of this case study focusing on the digitisation workflow is available in the 'praktijk' section of the CEST (Cultureel Erfgoed Standaarden Toolbox) website.
Abstract
Het onderwerp van deze gevalstudie is de preservering van het kunstwerk Rocky Tiger (1971) van Jacques Charlier uit de collectie van het S.M.A.K. Deze 16mm film werd in zwart-wit gedraaid, heeft mono geluid en duurt 3 minuten 48 seconden. Het betreft een uniek exemplaar.1 De kunstenaar gaf aan dat het werk niet alleen met een filmprojector, maar ook met een videoprojector getoond kan worden. Daarom koos S.M.A.K. voor een digitale archiefmaster en vertoningskopie.
Identificatiegegevens
Realisator: Jacques Charlier
Titel: Rocky Tiger
Creatiejaar: 1971
Type: 16mm film, zwart-wit, mono geluid, 3 minuten 48 seconden
Over de kunstenaar en de film
Jacques Charlier typeert zichzelf als ‘grossier van de Belgische humor / alle categorieën’. Zijn voornaamste thema’s zijn de socio-culturele en economische problematiek van de kunst en van de kunstwereld. Hiervoor maakt hij zowel gebruik van schilderen en beeldhouwen als van fotografie, film, video, teksten, karikaturen en stripverhalen.2
De film Rocky Tiger werd als onderdeel van de installatie Les documents du S.T.P. en collaboration avec André Bertrand (1979) verworven door het toenmalige Museum van Hedendaagse Kunst.3 De installatie vult een hele ruimte met verschillende soorten voorwerpen, zoals inktlapjes, ingekaderde foto’s en boeken. S.T.P. staat voor ‘Service Technique Province de Liège’, waar Jacques Charlier werkte voor hij zich voltijds op de kunst toelegde. Zijn collega André Bertrand maakte als amateurfotograaf heel wat beelden van personeelsactiviteiten, zoals uitstappen en feestjes. Vanaf 1964 begon Charlier de voorwerpen van de S.T.P. in een andere, artistieke context tentoon te stellen. Het werk groeide over de jaren heen en werd in zijn versie uit 1979 door het Museum van Hedendaagse Kunst verworven.
Op verschillende installatiezichten is het filmblik van Rocky Tiger te zien. De voorwerpen in de installatie hebben geen vaste plaats. De ene keer hing het filmblik aan de muur (zie Afbeelding 2), de andere keer lag het op tafel (zie Afbeelding 3). De film zelf werd niet getoond.
Volgens Charlier kunnen de film Rocky Tiger en het filmblik als een autonoom kunstwerk, apart van Les documents du S.T.P. en collaboration avec André Bertrand (1979), beschouwd worden.4 Ter documentatie zijn de (doos van de) audiocassette en een documentatiemap toegevoegd (zie Afbeelding 4).5
De film toont een interview op kantoor met Rocky Tiger, collega van Jacques Charlier bij S.T.P. De man vertelt dat hij liever muzikant was geworden. Op vraag van Charlier geeft Rocky Tiger, samen met zijn band, een Elvisimitatie met het nummer Blue Suede Shoes.
In galerie Xone in Antwerpen werd een uitgebreidere versie van het interview met Rocky Tiger gepresenteerd. De film en de audiocassette werden trouwens gerealiseerd in samenwerking met Marc Poirier, verbonden aan deze galerie.6 De opnames zelf gebeurden door een cameraploeg van de RTB. Een deel van de film werd in een RTB-studio opgenomen. Nicole Forsbach deed de montage.7 De begingeneriek toont dat ook Claude Delfosse aan de film meewerkte.
Presentatie
Tijdens thematische tentoonstellingen mag de film Rocky Tiger als video met een videoprojector getoond worden. Afhankelijk van de opstelling en het thema van de tentoonstelling kan ook het originele filmblik getoond worden, samen met de (doos van de) audiocassette en de documentatiemap.8
In het kader van een historische overzichtstentoonstelling verkiest Charlier projectie van de film zelf.9
Preservering
De film Rocky Tiger werd bewaard in het originele metalen filmblik waarop in zwarte stift geschreven staat: “Rocky Tiger 71 / 16mm noir et blanc / Blue Suede Shoes”. Aan de buitenzijde van het blik bevinden zich enkele roestvlekken(zie Afbeelding 5). Ondertussen werd de film in een nieuw metalen filmblik ondergebracht. Op aangeven van Charlier blijft het blik zoals het is en wordt het niet gerestaureerd.10
In het filmblik bevonden zich een korte filmstrip (16mm) en een film (16mm, zwart-wit) met een lengte van 3 minuten 48 seconden. De film is Agfa Gevaert 1S, vervaardigd uit cellulose acetaat. Bij het openen van het blik werd geen geur waargenomen. De zuurtegraad werd gemeten met een Danchek 24-Hour Acidity Tester (03/02/2012). Het resultaat was ph 5,0 (zie Afbeelding 6). Volgens de tester duidt dit op het volgende: No Smell – Level 1 – Degradation is increasing.
De film is een omkeerfilmkopie (positief) van een omkeerfilm (positief)11 en heeft optische klank (mono). Naast de strip die werd bewaard in het filmblik werd ook nog een andere teruggevonden in de documentatiemap. Deze twee filmstrips zouden chutes uit het origineel kunnen zijn. Ze zijn nu samengevoegd in de documentatiemap.
Volgens Charlier mag het werk in thematische tentoonstellingen met een videoprojector getoond worden.12 Het werk kan gedigitaliseerd worden en voor projectie kan van een digitale vertoningskopie vertrokken worden. Gezien het snelle in onbruik raken van 16mm projectieapparatuur is het projecteren van een digitale videokopie een makkelijkere optie voor het S.M.A.K. dan het projecteren van de 16mm filmkopie.
Voor Charlier is de hoofdzaak dat de inhoud van de film goed bewaard blijft. In het kader van een historische overzichtstentoonstelling verkiest hij projectie van de film zelf. Op thematische tentoonstellingen volstaat projectie van video.13
Omwille van de hoge kostprijs en de betrekkelijk goede staat van het origineel liet het S.M.A.K. (nog) geen nieuwe filmnegatieven (beeld en geluid) aanmaken.
Digitalisering
De film Rocky Tiger werd gedigitaliseerd bij DeJonghe Film Postproduction in Kortrijk, een labo waarmee S.M.A.K. goede ervaringen heeft. Aangezien S.M.A.K. als eindresultaat een digitale archiefmaster beoogde, werd geopteerd voor een 2K14 scan (TIFF 16-bit). 15
Overwogen moest worden in welk formaat de digitale bestanden afgeleverd zouden worden. Onder andere de US National Archives en het Nederlandse Beeld en Geluid gebruiken DPX als archiveringsformaat voor film (in combinatie met WAV voor audio).
DPX is een goed archiveringsformaat voor digitale beelden: het is een open en robuust bestandsformaat, wordt voldoende ondersteund door professionele software en actief beheerd door de SMPTE. Maar DPX blijft in eerste instantie een bestandstype voor (post-)productiedoeleinden. Aan gebruik in erfgoedcollecties zijn een drietal nadelen verbonden:
Deze nadelen worden goed ondervangen door de combinatie MXF/Motion JPEG2000. De omvang van het totale werk kan door lossless compressie gereduceerd worden en de MXF-wrapper laat toe om beeld, geluid en metadata samen te verpakken. Hierbij dient nog vermeld te worden dat de combinatie MXF/Motion JPEG2000 als technisch meest duurzame oplossing aanbevolen wordt in het European Digital Cinema White Book en door het Digital Cinema Initiative. In België is het formaat aanbevolen in het kader van het project EDCine, waarin onder andere het Koninklijk Belgisch Filmarchief/Cinematek participeert.12
Aangezien de film Rocky Tiger relatief kort duurt (3 minuten 48 seconden) werd geopteerd om de DPX-bestanden als archiveringsmaster bij te houden – bijvoorbeeld voor het geval er samen met de kunstenaar een grading of helderheids- en contrastcorrecties wordt uitgevoerd.
Afgeleid van de DPX werd voor de raadplegingsbestanden een DCP-formaat (wat een bepaalde specificatie is van een Motion JPEG2000-bestand in een MXF-wrapper) en een MOV Apple ProRes 422 (HQ) gevraagd.
Na het aanplakken van een aanloopstrook – die voor bescherming zorgt bij het inleiden – gebeurde een controle van de film, gevolgd door een reiniging in de machine. De film werd vervolgens manueel (tussen de vingertoppen) gecontroleerd op scheurtjes en perforaties (zie Afbeelding 7). Een eventuele herstelling van slechte lassen bleek niet nodig. Er werd een extra aanloopstrook aangezet (zie Afbeelding 8). Tenslotte werd de film op de montagetafel bekeken om de scan (inhoud, ondertitels, begin-einde) te bepalen.
De film werd in de Oxberry Cinescan aangebracht en de instellingen van kadrering (manueel), kleur (Monochrome SNAP (shot auto)) en formaat (16-bit TIFF) werden bepaald (zie Afbeelding 9). Het scannen van kleurenfilm duurt ongeveer 1 uur voor 1 minuut film (3 opnames RGB per beeldje). Het scannen van zwart-witfilm, wat hier het geval is, duurt 3 maal minder lang (1 opname per beeldje). Het geluid werd achteraf met een ander toestel gedigitaliseerd.
Het stof zichtbaar in beeld tijdens het scannen, is stof afkomstig van de camera, niet van de film. Voor de start van het scannen werd het witste wit ingesteld op basis van één van de eerste frames. Toen na een poosje een gedeelte met ondertitels kwam, bleek dat die ingebrand waren en daardoor wel zéér wit, witter dan het eerst ingestelde witste wit. Het ingestelde witste wit werd vervolgens aangepast en het scannen herstart (zie Afbeeldingen 10 en 11).
Na het scannen werden eventuele slechte lassen, krassen, enz. (manueel) digitaal gerestaureerd. Belangrijk is dat de authenticiteit behouden bleef.
Alhoewel voor de DCP (MXF OP-1a/Motion JPEG2000) werd gebruikt is de klank voorlopig niet gesynchroniseerd omdat DeJonghe Film Postproduction oorspronkelijk enkel het beeld had gedigitaliseerd zonder de klank. De klank werd pas gedigitaliseerd nadat reeds een digitaal bestand met het beeld was afgeleverd. Op zich is dit geen probleem omdat klank achteraf aan de MXF kan worden toegevoegd. In een postproductieworkflow is het een goede praktijk om een WAV- of BWF-bestand van de klankband gescheiden te houden van het beeld. Het is technisch niet noodzakelijk om het beeld en de klank samen te hebben en gesynchroniseerd. Voor een instelling als S.M.A.K. die niet gespecialiseerd is in de bewaring van (digitaal) audiovisueel erfgoed is het echter beter om het beeld en de klank samen synchroon te hebben in de MXF OP-1a/Motion JPEG2000. S.M.A.K. heeft de DeJonghe Film Postproduction dan ondertussen ook gevraagd om een nieuw bestand aan te maken dat voldoet aan deze wens.
Digitaliseringsprocedé: telecine vs. scanning
Bij het digitaliseren van film zijn er twee verschillende methodes mogelijk: 'telecine' of 'scanning'. Bij telecine wordt een film, tijdens het afspelen, opnieuw door een beeldvormend apparaat opgenomen en omgezet in een videosignaal (vroeger analoog, nu digitaal). Bij scanning daarentegen wordt een film beeld per beeld gescand en vervolgens als een sequentie bewaard in een digitaal bestand.
Een belangrijke technische hindernis bij de omzetting van analoge film naar een digitaal bestand is de beeldsnelheid. Typisch voor 16mm films is dat zij vaak werden opgenomen met een beeldsnelheid die lager is (in dit geval 24 beelden/seconde) dan wat gebruikelijk is video (25 beelden/seconde). Bijgevolg moeten zij dus ook tegen deze lagere beeldsnelheid bekeken worden. Bij digitalisering levert dit een extra complicatie op. Beelden moeten tijdens de digitalisering of het afspelen volgens een bepaald patroon worden verdubbeld om tot een beeldsnelheid van bijvoorbeeld 25 beelden/seconde te komen, zonder dat dit echter visueel opvalt. Indien elke beeld van de oorspronkelijke film één-op-één zou worden overgezet en de afspeelsnelheid 25 i.p.v. 24 beelden per seconde zou zijn, zou de speelduur van de digitale kopie korter zijn dan van de oorspronkelijke film. Eenzelfde synchronisatieprobleem kan zich ook stellen bij de klank.
Rekening houdend met de kwaliteit van het originele materiaal, het beoogde gebruik van het digitale materiaal door S.M.A.K. en het beschikbare budget, werd beslist om de films met behulp van 'scanning' te digitaliseren naar 2K (TIFF 16-bit). Scanning naar een hogere resolutie (bv. 4K) zou mogelijk nog een betere kwaliteit en extra toepassingsmogelijkheden opleveren, maar ook leiden tot hogere digitaliserings- en opslagkosten, terwijl deze extra kwaliteit en toepassingsmogelijkheden niet zijn vereist door S.M.A.K.
Aangeleverd materiaal
Het labo DeJonghe Film Postproduction leverde 3 sets digitale bestanden:
(Post)productiebestand | Archiveringsbestand | Raadplegingsbestand | |
---|---|---|---|
Video | |||
Bestandsformaat | DPX lineair | MXF (OP-1a) | Quicktime MOV |
Codec | geen | Motion JPEG2000 (FourCC: mj2c) | Apple ProRes 422 (HQ) (FourCC: apch) |
Compressie | geen | Lossy compressie | Lossy gecomprimeerd |
TV-standaard | niet van toepassing | niet van toepassing | PAL |
Beeld aspect ratio | 4:3 | 4:3 | 4:3 |
Aspect ratio pixel | 1:1 (vierkant) | 1:1 (vierkant) | square |
Beeldgrootte | 2048 x 1536 pixels | 2048 x 1080 pixels | 1920 x 1080 pixels |
Beeldsnelheid | geen (beeldsequentie) | 24 beelden/seconde | 25 beelden/seconde |
Bitdiepte | 16 bits | 12 bit | 10 bit |
Kleurruimte | RGB | XYV | YUV |
Chroma subsampling | geen subsampling | 4:2:2 (zwart-wit, niet van toepassing) | 4:2:2 |
Interlacing | geen | geen | geen |
Audio | |||
Codec | PCM | PCM | PCM |
Compressie | Ongecomprimeerd | Ongecomprimeerd | Ongecomprimeerd |
Aantal kanalen | Twee (mono) | Twee (mono) | Twee (mono) |
Bitdiepte | 24 bits | 24 bits | 24 bits |
Alle drie formaten hebben vierkante pixels. De DPX 2048x1536 is full frame, bij de twee andere formaten zijn er links en rechts zwarte stroken toegevoegd om het beeldkader van de DCP-of HD-formaten volledig te vullen. Het zichtbare beeld heeft steeds een 4:3 aspect ratio. Bepaalde servers zullen geen niet-gestandaardiseerde containers afspelen. Technisch is het mogelijk om een ProRes 2048x1536 aan te maken, maar het zou moeilijk zijn om dit bestand af te spelen op de meeste monitors.
De afspeelsnelheid van een ProRes-bestand is metadata die is opgeslagen in de container en die naar believen veranderd kan worden. Het aantal beelden in de fysieke film, een DPX-sequentie, een ProRes- of MXF-container zal steeds identiek zijn. Een film kan geprojecteerd worden aan verschillende snelheden (bv. 24 of 25 beelden per seconde) door het wijzigen van de afspeelsnelheid van de projector, bij een DPX-sequentie kan dit door de instellingen te wijzigen van de software die gebruikt wordt om het bestand af te spelen, en bij een ProRes-bestand door het wijzigen van de metadata in de Quicktime-container. Voor gemiddeld gebruik is 25 beelden per seconde de veiligste optie in landen die de 50Hz PAL als standaard hanteren aangezien alle niet-professionele televisies en monitors 25 beelden per seconde weergeven.
De originele film heeft een mono klankband; er is slechts één klankspoor. Aangezien de meest moderne formaten minstens twee kanalen ondersteunen, is het een goede praktijk om uit veiligheidsoverwegingen de mono klank te kopiëren naar beide kanalen. Dit resulteert echter niet in stereo klank aangezien de klank op beide sporen identiek is.
Kwaliteitscontrole
S.M.A.K. controleerde de bestanden na oplevering. Deze controle omvatte drie verschillende stappen.
Omdat er met DeJonghe Film Postproduction geen afspraak was gemaakt over de creatie en aanlevering van checksums, werden de md5-checksums door S.M.A.K. zelf aangemaakt (opgeslagen in md5-, sfv- en csv-bestanden). Voor de creatie van de checksums werd gebruikt gemaakt van de Checksum+ software voor OSX.
Bewaring
Het is nu aan S.M.A.K. zelf om ervoor te zorgen dat de bestanden goed beschreven worden en dat zowel de metadata als de bestanden op een goede manier worden bewaard.
Voetnoten:
argos bezit ook Betacam SP-cassettes (nrs. 2632, 2634) van de compilatie Retrospectieve van de Belgische videokunst (1970-1977), part 1, getoond in de Nieuwe Workshop (later gefusioneerd met de Beursschouwburg) in 1983. Ook hier is Rocky Tiger opgenomen. In deze compilatie werd een overzicht geboden van videofragmenten geproduceerd in het I.C.C., Image Vidéo, C.A.P. (Ministerie van de Franse Cultuur) en Continental Video. Dit zowat anderhalf uur lange programma, naar een concept van videocriticus Eric de Moffarts, bevatte werk van o.a. Frank Van Herck, Danny Matthys, Jacques-Louis Nyst, Jacques Lizène, Jacques Lennep. Van alle voornoemde Betacam SP-cassettes beschikt argos ook over kopieën op Digital Betacam voor archiveringsdoeleinden (nrs. 2750, 2631, 2633).
Met dank aan Sofie Ruysseveldt van argos voor deze informatie.