Het verstrijken van de tijd is een hoofdthema in zijn werk. Om de duur van de tijd vorm te geven past hij uiteenlopende methodes toe. In vroege werken als Ruurlo, Borculoscheweg, 1910 (1997) bracht hij met behulp van videotechnieken bewegende elementen, en dus ook onlosmakelijk tijd, aan in oude foto’s. Terwijl deze vroege werken zeer eenvoudige video-installaties waren, begon hij vanaf 2000 ook te werken met interactieve technieken.