Basisvragen

Bijna alle single-channel-videokunstwerken werden gemaakt op, en bestaan op dit moment ook alleen op, een extreem onstabiel medium, namelijk videotape. De hoofdreden voor die instabiliteit is de basissamenstelling van videotape. Tape bestaat uit magnetische deeltjes die ingebed zijn in een bindmiddel dat aangebracht werd op een plastic onderlaag. Deze componenten kunnen worden bedreigd door hitte, vochtigheid, schimmel, fysieke schade en blootstelling aan magnetische velden. Zelfs goed behandelde tapes hebben een relatief korte levensduur. Bovendien kan afspeelapparatuur voor verouderde formaten zeer moeilijk te vinden zijn.

De vragen hieronder dienen als richtlijn voor het evalueren van de risico’s die zich stellen voor de banden in een collectie. Ze helpen je ook een actieplan uit te stippelen dat ervoor moet zorgen dat de tapes in de toekomst behoorlijk worden bewaard.

Waarom verslijten videotapes?

Gezien de aard van de materialen waaruit zij bestaan, zijn alle magnetische tapes – of het nu gaat om audio- of videotape – vroeg of laat vatbaar voor chemisch verval. Oudere tapes kunnen gemaakt zijn met een acetaatbasis, waardoor ze kwetsbaar worden voor het azijnsyndroom. Bijna alle tapes zijn vatbaar voor een toestand die we kennen als ‘sticky shed’, waarbij de magnetische oxiden die de opgenomen informatie bevatten beginnen los te komen. Water en verontreiniging, zoals stof of schimmel, kunnen de tape fysiek beschadigen. En omdat een tape fysiek contact maakt met de kop van de videorecorder, verweert hij zelfs bij normaal gebruik. Slechte opslagomstandigheden en vuile of incorrect functionerende apparatuur eisen ook hun tol van tapes.

Hoe moet ik mijn videobanden opslaan?

De omgang met tapes zou in een propere omgeving moeten gebeuren, en net als boeken zouden tapes verticaal moeten opgeslagen worden, in doosjes en op metalen rekken. Open-reel (of reel-to-reel) tapes zouden glad en gelijkmatig moeten opgewonden zijn, en de einden moeten vastgekleefd worden met zuurvrije tape. Om toevallige uitwissing te voorkomen zouden de recording tabs op cassettes verwijderd of op ‘off’ moeten gezet worden. Tapes zouden altijd ver van sterke magnetische velden en in het bijzonder ver van computer- en videomonitors bewaard moeten worden.

Om blootstelling aan zonlicht te vermijden zouden opslagplaatsen zich ver van ramen moeten bevinden en koel, droog en stofvrij worden gehouden. Het ideale klimaat voor tapes en schijven is ongeveer 10°C met 40% relatieve vochtigheid. De stabiliteit van de omgevingsfactoren – d.w.z. minimale fluctuaties in temperatuur en vochtigheid – is uiterst belangrijk.

Moet ik mijn tapes terugspoelen nadat ik ze bekeken heb?

Ja. Het laadmechanisme van een videorecorder is bijzonder schadelijk voor het stukje tape dat zich tussen de twee spoelen bevindt. Tape wordt in dit deel van een cassette ook meer blootgesteld aan stof. Wanneer een tape teruggewonden werd blijft dit kwetsbare gedeelte meestal onbeschreven, zodat eventueel door het mechanisme veroorzaakte schade het opgenomen materiaal niet aantast.

Indien een tape niet tot het einde bekeken wordt kan je hem best eerst vooruitspoelen en daarna terugspoelen, om een gelijkmatige verdeling van de band te bekomen. Deze actie wordt ook aanbevolen voor tapes die zelden gebruikt worden, omdat een dergelijke ‘oefening’ de spanning van de opgewonden tape herverdeelt en voorkomt dat de band zou verslechteren of loskomen.

Ik heb enkele ongebruikelijke tapeformaten en kan geen machine vinden om ze op af te spelen. Wat kan ik doen?

In de vijfenvijftigjarige geschiedenis van videotapeproductie werden meer dan zestig formaten op de markt gebracht en weer vervangen (zie de formaatgids). Er bestaan een paar videolabs die gespecialiseerd zijn in obsolete formaten en apparatuur die in staat is signalen naar andere dragers om te zetten. Probeer een tape niet op een willekeurige machine af te spelen, maar speel hem pas af wanneer je zeker bent dat beide machines – die voor opname en die voor weergave – operationeel zijn.

Welke formaten zijn het meest bedreigd?

Omwille van hun leeftijd en de moeilijkheid functionele afspeelapparatuur te vinden, zijn 1/2” open reel en 2” Quadruplex de twee meest bedreigde formaten. Formaten die meer recent obsoleet geworden zijn, waaronder 3/4” U-matic en 1” Type C, hebben een lagere maar steeds groeiende risicofactor. Kleine cassetteformaten, zoals Hi-8 en MiniDV, hebben – gezien het extreem klein formaat van de tape- en cassettemechanismen – een relatief hoge risicofactor. Algemeen vereisen alle formaten waakzaamheid en zorg, en een regelmatige migratie naar een hedendaagse standaard.

Deze tape maakt een verschrikkelijk krijsend geluid wanneer ik hem probeer af te spelen. Wat gaat er mis?

Stop eerst en vooral met het afspelen van de tape: indien je blijft proberen zal je waarschijnlijk onherstelbare schade aanrichten. Het gekrijs is een gevolg van wat men het ‘sticky shed’-syndroom noemt, namelijk hydrolyse – en dus loskomen – van het bindmiddel van de tape.

Tape bestaat uit drie basiscomponenten: basis, bindmiddel en oxide. De basis is de onderlaag die de andere lagen ondersteunt; het bindmiddel wordt gebruikt om de oxidedeeltjes waarop de informatie opgenomen wordt op de basis vast te houden.

Indien het bindmiddel vocht opneemt kan het plakkerig worden; zowel bindmiddel als oxide kunnen dan van de basis loskomen. Wanneer de deeltjes zich in de videorecorder opstapelen veroorzaakt dit een krijsend geluid. Het lossen van bindmiddel en oxide resulteert in het verlies van opgenomen informatie: daarom is het noodzakelijk onmiddellijk te stoppen met het (proberen) afspelen van een krijsende tape.

Sommige tapes ruiken naar azijn. Is dit normaal?

De vroegste videotapes werden gemaakt op een basis van acetaat, en net zoals speelfilm op acetaatbasis zijn deze tapes kwetsbaar voor een type verval dat informeel het ‘azijnsyndroom’ wordt genoemd. In tegenstelling tot het ‘sticky shed’-syndroom (dat voortkomt uit de hydrolyse van het bindmiddel) duidt het azijnsyndroom op de hydrolyse van de basis, waarbij azijnzuurgas vrijkomt – vanwaar de typische azijngeur.

Wanneer de basis korrelig wordt en begint te krimpen, wordt correct afspelen steeds moeilijker, tot de tape uiteindelijk helemaal niet meer gebruikt kan worden. Je kan deze films best afzonderlijk in een omgeving met lage temperatuur en lage vochtigheid bewaren, om zo het verslechteringproces te vertragen en het gasvormende azijnzuur ervan te weerhouden andere films of tapes te besmetten. De opnames moeten zo snel mogelijk naar een recenter en stabieler formaat gekopieerd worden.

Wat moet ik doen bij schimmelvorming?

Eerst en vooral moet je weten dat schimmel zeer ernstige gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Je behandelt beschimmelde tapes best zo weinig mogelijk. Indien dit toch gebeurt is waakzaamheid geboden. Beschimmelde tapes moeten afgezonderd worden van andere tapes: het best plaats je ze in plastic zakken, totdat een professional de banden kan schoonmaken. Ondertussen kunnen zakjes kiezelzuurgel bij de tapes geplaatst worden om de schimmel te stoppen; kiezelzuurgel vind je in archiefspeciaalzaken. Denk eraan dat deze kiemvertraging – en de mogelijke gevaren van schimmel – enkel kan bevestigd worden door professionele testen in een laboratorium. De meeste centra die rond archieftransfer werken kunnen je assisteren bij dit bijzondere gevaar. Ten slotte zijn koele en droge opslagomstandigheden de beste bescherming tegen schimmel.

Bestaat er een universeel preserveringsformaat voor videotapes?

Neen. Op dit moment zijn Betacam SP en Digital Betacam (ook gekend als DigiBeta) de archiefstandaarden. Betacam SP is een analoog formaat van hoge kwaliteit dat nog steeds frequent gebruikt wordt in de televisie-industrie, wat aangeeft dat het nog niet meteen in onbruik zal raken. DigiBeta is de hedendaagse digitale standaard en hoewel zich een zekere beeldcompressie voordoet (meestal niet zichtbaar met het blote oog), kan dit formaat gebruikt worden om kopieën zonder generatieverlies te maken.

Hoe lang zal een tape blijven werken? En wat met een dvd?

In theorie zou videotape minstens tien jaar moeten meegaan, en onder optimale opslagomstandigheden kan dit oplopen tot dertig jaar. In de realiteit kunnen variabelen zoals opslagomstandigheden en gebruik de levensduur van een tape echter radicaal beïnvloeden. Merken verschillen ook onderling, zodat tapes, zelfs wanneer ze onder identieke omstandigheden opgeslagen worden, toch op verschillende snelheden kunnen verslechteren.

Fabrikanten claimen dat een dvd langer zal blijven bestaan dan een videoband, maar omdat het zo’n recent formaat is met onbewezen stabiliteit (en een zware compressie voor video), wordt het niet beschouwd als geschikt voor archivering. Hou er ook rekening mee dat een formaat in onbruik kan raken vooraleer het videosignaal dat erop staat effectief verslechtert. Om deze twee redenen zou materiaal dat zich op dvd’s en videotapes bevindt op regelmatige basis omgezet moeten worden naar meer stabiele formaten.

Kan ik een film bewaren op een videoformaat?

Neen. Uit respect voor de authenticiteit en de intentie van de maker zouden alle werken moeten bewaard worden op formaten die zo dicht mogelijk bij de originele drager liggen. In het bijzonder zouden artistieke werken die origineel op film gemaakt werden, ook op film bewaard moeten worden. Correct opgeslagen film heeft bovendien een langere levensduur dan video. Als de originele filmmasters verloren raken of onherstelbaar beschadigd zijn, kan video of digitale conservering – als laatste redmiddel – nodig zijn.

Heb ik meerdere kopieën nodig van dezelfde opname?

Ja. Er zou een onderscheid moeten gemaakt worden tussen masterkopieën en gebruikskopieën, die bij regelmatig gebruik aan slijtage onderhevig zullen zijn. De archiefmaster zal qua generatiekwaliteit het dichtst bij het origineel staan en kan dus gebruikt worden om het best mogelijke signaal te migreren naar een hedendaagse standaard. Om collecties tegen rampen te beschermen wordt het aangeraden dat kopieën op minstens twee geografisch verschillende opslaglocaties worden bewaard.

Kan ik mijn oude tapes weggooien, eens ze geherformatteerd of gedigitaliseerd werden?

Neen. Het is nooit aangeraden om film- of tapeoriginelen weg te gooien, tenzij ze zo verslechterd zijn dat ze niet langer gebruikt kunnen worden. Gezien de technologie steeds evolueert, wil je uiteindelijk misschien teruggrijpen naar je origineel, om bij transfer de hoogst mogelijke kwaliteit te verkrijgen. Gedigitaliseerde kopieën van je collecties zijn enkel nuttig wanneer je ze kunt opsporen, wat betekent dat je een Digital Asset Management (DAM) systeem nodig hebt dat de migratie van files documenteert.

Bronnen
John W. C. Van Bogart, Magnetic Tape Storage and Handling
Texas Commission on the Arts, Video Conservation Guide
Jim Wheeler, Video Preservation Handbook (PDF file)

De inhoud van deze pagina mag worden afgedrukt of gedownload voor persoonlijk gebruik, maar mag niet worden gekopieerd of gepubliceerd voor andere doeleinden. © 2006 Independent Media Arts Preservation, Inc.

logo vlaamse overheid